Brioche breien is een kenmerkende gebreide ribbeltechniek die herkenbaar is aan de verhoogde, deegachtige textuur. De stof wordt verkregen door kolommen van afhechtsteken af te wisselen met garen-overs en gebreide steken (of averechte steken, maar daar komen we later op terug).
Wist u dat?
Nancy Marchant’s onderzoek toont aan dat de naam “brioche” is ontstaan als verwijzing naar een type kussen dat in het midden van de 18e eeuw in Engeland in de mode was voor dames om te maken. Deze brioche kussens werden vernoemd naar de pluizige Franse gebakken goederen, en de speciale geribbelde stof die hen extra poof gaf kreeg dezelfde naam.
Voordat we beginnen, laten we de afkortingen die in deze tutorial worden gebruikt even op een rijtje zetten. Als u leert brioche breien voor de eerste keer, kunnen sommige van deze termen nieuw voor u zijn – of gebruikt op nieuwe manieren. Door ze uit te splitsen in de bewegingen die ze beschrijven, kun je de technieken makkelijker onthouden, zodat je tijdens het breien niet hoeft te switchen tussen je patrooninstructies en de afkortingen.
Note: Zoals veel breitechnieken, zijn er veel verschillende manieren om brioche te breien. De volgende instructies worden gebruikt in Brooklyn Tweed patronen om briochesteek te breien.
Afkortingen
Yf = Garen Voorwaarts: Breng het werkgaren onder de rechternaald naar de voorkant van het werk.
Sl1 = Slip 1: Slip de volgende steek purlwise (a.k.a. alsof te purlen).
YO = Yarn Over: Breng het garen over de naald.
Yf-Sl1-YO = Garen vooruit, 1 overslaan, garen over: Breng het werkgaren onder de rechternaald naar de voorkant van het werk. Brei de volgende steek garenloos over, haal dan het werkgaren over de rechternaald naar de achterkant van het werk. Deze steek met een YO erboven wordt als één steek beschouwd, en wordt in de volgende naald als een BRK gebreid.
Yf-Sl1-YO: Garen voorwaarts, 1 overslaan, garen over
BRK = Brioche Breien: Brei de volgende steek samen met de bijbehorende YO van de vorige naald.
BRK: brioche gebreide steek
Een brioche proeflapje breien
Wij zijn van mening dat de beste manier om de briochesteek (en alle breitechnieken!) te leren, is door een proeflapje te breien voordat je met een patroon aan de slag gaat. Het maken van een proeflapje is een lage-druk manier om je te concentreren op het beheersen van nieuwe technieken, zonder tegelijkertijd een patroon te hoeven beheren.
Om met je proeflapje te beginnen, zet je een even aantal steken op volgens de methode van jouw voorkeur.
Tip: Brioche breien creëert een zeer elastische stof. Wij raden een rekbare opzetmethode aan, zoals een buisvormige opzet, voor een naadloze overgang in uw gebreide stof.
Om het patroon op te zetten, eerst een instelrij voltooien:
Inzetrij: Sl1, *Yf-Sl1-YO, k1* tot 1 steek voor het einde, k1.
Note: De eerste en laatste steek van elke rij is een zelfkantsteek. Aangezien brioche gebreide stof zeer elastisch is, helpt deze zelfkant om uw werkstuk te stabiliseren en nette randen te maken.
Daarna gaat u verder met rij 1:
Rij 1: Sl1, *Yf-Sl1-YO, BRK1* tot 1 steek voor het einde, k1.
Herhaal rij 1 totdat uw werkstuk de gewenste lengte heeft bereikt (wij adviseren ten minste 6″ om de afgewerkte stof nauwkeurig weer te geven). Bind losjes af in k1, p1 rib, werk alle afgebreide steken samen met hun YO’s.
En daar heb je het!
Deeper Dive
De brioche-techniek heeft een rijke geschiedenis, en er zijn zo veel unieke toepassingen voor de stoffen die met deze breimethode kunnen worden gemaakt. Voor een grondige uitleg van de techniek is er misschien geen gezaghebbendere bron over het onderwerp dan Nancy Marchant. Wij raden u ten zeerste aan haar website te bezoeken en haar boeken te lezen, die vol staan met informatie van onschatbare waarde over brioche breien.
Klaar voor meer? Zie Brioche 102 waar we het breien van brioche met twee kleuren in de ronde en de Brioche Purl (BRP) steek demonstreren.