Doel: Om: (1) rapporteren van passieve heup range of motion (ROM) bij asymptomatische jonge volwassenen, (2) rapporteren van de intratester en intertester betrouwbaarheid van heup ROM metingen onder testers van meerdere disciplines, en (3) rapporteren van de resultaten van provocatieve heup testen en tester overeenkomst.
Opzet: Beschrijvend epidemiologisch onderzoek.
Setting: Tertiaire universiteit.
Deelnemers: Achtentwintig jonge volwassen vrijwilligers zonder musculoskeletale symptomen, geschiedenis van aandoening, of een operatie aan de lumbale wervelkolom of onderste ledematen werden ingeschreven en voltooiden de studie.
Methoden: Asymptomatische jongvolwassen vrijwilligers vulden vragenlijsten in en werden onderzocht door 2 geblindeerde examinatoren tijdens een enkele sessie. De testers waren fysiotherapeuten en artsen. Heup ROM en provocatieve testen werden door beide examinatoren op elke heup uitgevoerd.
Belangrijkste uitkomstmaten: Inter- en intrarater betrouwbaarheid voor ROM en overeenstemming voor provocatieve testen werden bepaald.
Resultaten: Achtentwintig asymptomatische volwassenen, gemiddelde leeftijd 31 jaar (range, 18-51 jaar), met een gemiddelde gemodificeerde Harris Hip Score van 99,5 ± 1,5 en UCLA activiteitenscore van 8,8 ± 1,2 voltooiden de studie. De intra-beoordelaarsovereenstemming was uitstekend voor alle heup ROM-metingen, met intraclass correlatiecoëfficiënten (ICC’s) variërend van 0,76 tot 0,97, met vergelijkbare overeenstemming als de onderzoeker een fysiotherapeut of een arts was. Uitstekende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid werd gevonden voor heupflexie ICC 0,87 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,78-0,92), rugligging interne rotatie ICC 0,75 (95% CI 0,60-0,84), en buikligging interne rotatie ICC 0,79 (95% CI 0,66-0,87). De minst betrouwbare metingen waren rugwaartse heupabductie (ICC 0,34) en rugwaartse externe rotatie (ICC 0,18). De overeenstemming tussen de onderzoekers varieerde van 96% tot 100% voor provocatieve heupproeven, waaronder de heup impingement, resisted straight leg raise, flexie abductie externe rotatie/Patrick, en log roll testen.
Conclusies: Specifieke heup ROM-maten tonen een uitstekende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, en provocatieve heupproeven tonen een goede overeenkomst tussen meerdere examinatoren en medische disciplines. Verdere studies zijn nodig om het gebruik van deze metingen en tests te beoordelen als onderdeel van een heup screeningsonderzoek om jonge volwassenen te beoordelen die risico lopen op intra-articulaire heupaandoeningen vóór het begin van degeneratieve veranderingen.