Auto-da-fé, (Portugees: “geloofsdaad”) , meervoud autos-da-fé, Spaans auto de fé, een openbare plechtigheid tijdens welke de vonnissen werden voorgelezen van degenen die voor de Spaanse inquisitie waren gebracht en waarna de vonnissen door de wereldlijke autoriteiten ten uitvoer werden gelegd. Het eerste auto-da-fé vond plaats in Sevilla in 1481; het laatste in Mexico in 1850. De ceremonies, die steeds uitgebreider en spectaculairder werden, werden gewoonlijk op het stadsplein opgevoerd, vaak in aanwezigheid van vorsten. Zij bestonden gewoonlijk uit een lange processie, een plechtige mis, een eed van gehoorzaamheid aan de inquisitie, een preek en het voorlezen van de vonnissen. De slachtoffers waren meestal afvallige voormalige Joden en voormalige Moslims, dan Alumbrados (aanhangers van een veroordeelde mystieke beweging) en Protestanten, en soms degenen die beschuldigd waren van misdaden als bigamie en tovenarij. Levenslange gevangenisstraf was de uiterste straf die de inquisiteur kon opleggen; de doodstraf werd opgelegd en uitgevoerd door de burgerlijke autoriteiten. Over het algemeen werd er noch gestraft, noch werden veroordeelden overgedragen aan de wereldlijke macht ter gelegenheid van een auto-da-fé.