Arapaho, Noordamerikaanse Indianenstam van Algonquiaanse taalkundige stam die gedurende de 19e eeuw leefde langs de rivieren Platte en Arkansas in wat nu de Amerikaanse staten Wyoming, Colorado, Nebraska, en Kansas zijn. Hun mondelinge overleveringen suggereren dat zij ooit permanente dorpen hadden in de Eastern Woodlands, waar zij zich met landbouw bezighielden. Onder druk van stammen in het oosten trokken de Arapaho geleidelijk westwaarts, waarbij zij de landbouw en het gevestigde leven opgaven. Na 1830 splitsten zij zich op in noordelijke (Platte River) en zuidelijke (Arkansas River) groepen.
Bibliotheek van het Congres, Washington, D.C. (neg. no. LC-USZ62-101281)
Net als veel andere stammen die van het Oosten naar de vlakten trokken, werden de Arapaho nomadische ruiters die in tipi’s woonden en voor hun levensonderhoud afhankelijk waren van de buffeljacht. Zij verzamelden ook voedsel van wilde planten en ruilden buffelproducten voor maïs, bonen, pompoen en Europese industrieproducten; hun belangrijkste handelspartners waren de landbouwende Mandan- en Arikara-stammen in wat nu Noord- en Zuid-Dakota zijn en de Spanjaarden in het Zuidwesten.
Traditioneel waren de Arapaho een zeer religieus volk voor wie alledaagse handelingen en voorwerpen (b.v. ontwerpen van kralenwerk) symbolische betekenissen hadden. Hun voornaamste voorwerp van verering was een platte pijp die werd bewaard in een heilige bundel met een hoepel of wiel. De Arapaho beoefenden de Zonnedans, en hun sociale organisatie omvatte militaire en religieuze genootschappen in leeftijdsgroepen.
Van oudsher waren de Arapaho voortdurend in oorlog met de Shoshone, de Ute, en de Pawnee. De zuidelijke Arapaho waren lange tijd nauw verbonden met de zuidelijke Cheyenne; sommige Arapaho vochten met de Cheyenne tegen Lt. Kol. George Armstrong Custer bij de Little Bighorn in 1876. Bij het Verdrag van Medicine Lodge in 1867 kregen de zuidelijke Arapaho samen met de Cheyenne een reservaat toegewezen in Oklahoma, terwijl de noordelijke Arapaho samen met de Shoshone een reservaat kregen toegewezen in Wyoming.
Vroeg 21e-eeuwse bevolkingsschattingen gaven ongeveer 15.000 individuen van Arapaho-afkomst aan.