De resultaten van een 5-jaar follow-up van 289 opeenvolgende, peptische ulcuspatiënten behandeld door antrectomie en gastroduodenostomie, met of zonder vagotomie, worden gepresenteerd. Patiënten met een preoperatieve maagzuursecretiecapaciteit (PAO) van minder dan 40 mmol/h werden behandeld door alleen antrectomie, terwijl personen met een hogere PAO daarnaast een vagotomie ondergingen. De antrectomie werd bepaald door lithmus-indicatie van de corpus-antrum grens en door histologische verificatie, inclusief gastrine celtelling. De totale incidentie van gastroscopisch geverifieerde recidiverende ulceratie was 8,5%. Bij patiënten met ulcus locatie in de bulb of de pylorische/prepylorische regio (juxtapylorisch ulcus) en behandeld door alleen antrectomie, was het recidief percentage 18% (n = 102), en bij maagzweer patiënten was het 4% (n = 47). In totaal 14 patiënten met een recidief ulcus werden vervolgens opnieuw geopereerd door vagotomie zonder dat er een nieuw recidief optrad. Antrectomie gecombineerd met vagotomie werd vrijwel uitsluitend uitgevoerd bij patiënten met juxtapylorische ulceratie, bij wie het recidiefpercentage 2% was (n = 106). Volgens een postoperatieve insulinetest waren de patiënten met recidief na antrectomie en vagotomie onvolledig vagotomiseerd. Bij patiënten die vrij bleven van symptomen of tekenen van recidiverende ziekte, was de mediane vermindering van de maagzuursecretiecapaciteit ongeveer 60% na antrectomie alleen en 80% na antrectomie en vagotomie. Bij patiënten met een ulcus juxtapyloris met recidief na antrectomie alleen was er een kleine mediane vermindering van de PAO één maand na de operatie (26%) en vervolgens een toename dicht bij het preoperatieve niveau (6% vermindering). Bij patiënten met een postoperatieve reductie in PAO van minder dan 35% was er een grote kans op recidief ulcus, ongeveer 70%. Ondanks selectie van patiënten met een relatief lage preoperatieve PAO (minder dan 40 mmol/h) voor alleen antrectomie, was het recidiefpercentage 18% bij patiënten met een juxtapylorisch ulcus locatie. In deze geselecteerde groep patiënten was de preoperatieve PAO niet hoger bij patiënten met een ulcusrecidief dan bij patiënten die na de operatie asymptomatisch waren. Het selecteren van patiënten met een ulcus juxtapyloris voor antrectomie, met of zonder vagotomie, op basis van de maagzuursecretiecapaciteit lijkt derhalve niet gerechtvaardigd. Wanneer vagotomie werd toegevoegd aan antrectomie en gastroduodenostomie leek het risico van het ontstaan van ernstige (Visick 3u en 4) postgastrectomie-syndromen te stijgen; 12% na antrectomie en vagotomie versus 3% na antrectomie alleen. Vagotomie bleek geassocieerd te zijn met een verhoogd risico op bile reflux gastritis, maagmycose en melkintolerantie. Stuwing en diarree na vagotomie vielen vaak samen met melkintolerantie. Antrectomie, met of zonder vagotomie, had geen duidelijke nadelige invloed op de geregistreerde voedingsparameters.(ABSTRACT VERTROKKEN OP 400 WOORDEN)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.