Hoe werkt dit geneesmiddel?
Aminocaproïnezuur (ah-mee-no-ka-prow-ik zuur), of Amicar, helpt de afbraak van bloedstolsels te voorkomen. Het wordt gebruikt om stolsels op de plaats van de bloeding te houden om genezing mogelijk te maken. Het is het meest nuttig bij het voorkomen van de afbraak van stolsels in slijmvliezen (neus, mond en maagdarmkanaal) bij kinderen met bloedingsstoornissen.
Hoe moet ik het geven?
Aminocaproïnezuur (Amicar) wordt via de mond gegeven in de vorm van een pil of vloeistof. Het kan in het ziekenhuis of de kliniek ook in een ader (infuus) worden gegeven. Het is belangrijk dat u dit geneesmiddel precies volgens de aanwijzingen van uw arts toedient. De benodigde hoeveelheid verandert naarmate het gewicht van uw kind verandert.
Geef het op regelmatige tijdstippen om een gelijkmatige hoeveelheid in de bloedbaan te houden:
___ Als u de vloeibare vorm gebruikt, neemt u de juiste hoeveelheid op in de medicijndruppelaar of orale injectiespuit. Geef een klein spuitje van het geneesmiddel in de wang. Om verstikking te voorkomen, laat u uw kind elk spuitje doorslikken voordat u meer geeft.
___ Voor baby’s kunt u het geneesmiddel mengen met een kleine hoeveelheid flesvoeding, melk of sap en dit met een flessenspeen geven vóór een voeding. Voeg geen geneesmiddel toe aan een hele fles, want als uw baby het niet opdrinkt, weet u niet hoeveel van het geneesmiddel is ingenomen.
___ Als het recept een pil is en uw kind deze niet kan doorslikken, plet de pil dan tussen 2 lepels of in een plastic zakje of opgevouwen papier. Meng het met een kleine hoeveelheid zacht voedsel, zoals appelmoes, yoghurt, ijs, jam of chocoladesiroop.
Zijn er voorzorgsmaatregelen met betrekking tot voedsel of andere geneesmiddelen?
Dit geneesmiddel kan met of zonder voedsel worden ingenomen. Inname met voedsel kan maagklachten voorkomen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als uw kind geactiveerde protrombinecomplexconcentraten (Bebulin, Profiline, of FEIBA) krijgt. Aminocaproïnezuur (Amicar) kan worden gebruikt als uw kind factor VII (NovoSeven) krijgt of met andere factorconcentraten.
Overleg met uw arts voordat u andere geneesmiddelen gaat gebruiken. Uw kind mag geen aspirine of aspirinebevattende producten gebruiken.
Wat moet ik doen als ik een dosis heb gemist?
Als u een dosis heeft gemist, geef deze dan zo snel mogelijk als u eraan denkt. Geef de rest van de doses van die dag op regelmatige tijdstippen. Als u vragen heeft over hoe u een gemiste dosis moet inhalen, bel dan de apotheker of de hematologiekliniek. Geef nooit een dubbele dosis.
Als uw kind binnen 30 minuten na ontvangst van een dosis braakt, geef de dosis dan opnieuw. Als uw kind na 30 minuten braakt, herhaalt u de dosis niet. Bel de kliniek als meer dan één dosis wordt gemist of overgegeven.
Wat zijn de bijwerkingen?
Gewoon
- lichte maagklachten
- diarree, braken
- hoofdpijn
incidenteel
- duizeligheid
- spierpijn of -zwakte
- huiduitslag
- ringend of zoemend in oren
- verstopte neus
Rare
- pijn op de borst
- wazige spraak
- wazig zicht
- verminderde hoeveelheid urine
- zwelling of pijn in gezicht, armen, voeten, of onderbenen
Zeer zeldzaam
- bloedstolsels op ongewenste plaatsen
- hartaanval
- beroerte
- diep-veneuze trombose
Wanneer moet ik de dokter bellen?
- aanhoudend braken
- wazig spreken
- wazig zien
- verminderde urine
- zwelling van gezicht, voeten of onderbenen
- langzame of onregelmatige hartslag
- pijn op de borst
- verschijnselen van een allergische reactie:
- plotselinge uitslag of netelroos
- jeuk
- piepen
- moeilijkheden met ademhalen – bel 911
Wat moet ik nog meer weten?
Gebruik dit geneesmiddel niet tijdens de zwangerschap. Gebruik dit geneesmiddel niet voor nier- of blaasbloedingen, tenzij uw arts u dit heeft voorgeschreven. Aminocaproïnezuur (Amicar) moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met hart-, nier- of leveraandoeningen.
U en uw kind moeten de namen kennen van alle geneesmiddelen die hij of zij inneemt. Deel deze informatie met iedereen die betrokken is bij de zorg voor uw kind.
Zorg er altijd voor dat u voldoende medicijnen bij de hand heeft. Controleer elke keer dat u uw recept aanvult hoeveel vullingen er nog zijn. Als er geen vullingen meer zijn, heeft de apotheek 2 of 3 dagen nodig om contact op te nemen met de kliniek om het recept te vernieuwen.
Controleer het etiket en de vervaldatum voordat u elke dosis geeft. Vraag uw apotheker wat u met verouderde of ongebruikte geneesmiddelen moet doen. Als er geen “terugname” programma is, gooi ze dan in de vuilnisbak.
Bewaar alle geneesmiddelen in hun oorspronkelijke verpakking en uit de buurt van direct zonlicht of warmte. Bewaar ze niet op vochtige plaatsen zoals de badkamer. Bewaar ze buiten het bereik van kinderen, indien mogelijk achter slot en grendel.
Als er te veel of het verkeerde soort medicijn is ingenomen, belt u dan de hematologie/oncologie polikliniek. Als uw kind bewusteloos is of een aanval krijgt, bel dan 112.
Vragen?
Dit is niet specifiek voor uw kind, maar geeft algemene informatie. Als u vragen heeft, belt u dan met de hematologiekliniek of de apotheek.