rome of avignon?
zeven pausen hebben in de jaren 1309-76 achtereenvolgens te Avignon verbleven. Dat de paus, de bisschop van Rome, niet in de Eeuwige Stad woonde, was in de veertiende eeuw noch nieuw, noch opmerkelijk. In de dertiende eeuw (en eerder) was Rome een gevaarlijke plaats vanwege de onlusten en opstootjes die er plaatsvonden, waaraan de Romeinse aristocratie een hoofdrol speelde. Bovendien was de stad ongezond in de zomer. De pausen verbleven gewoonlijk periodes buiten Rome in een van de steden van de Pauselijke Staat, met name Viterbo, Anagni, Orvieto, Perugia en Rieti. Men heeft berekend dat de pausen in de jaren 1198-1304 ongeveer 60 % van hun tijd buiten Rome doorbrachten. De enige paus in deze periode die zijn gehele pontificaat in Rome doorbracht was Celestinus IV, en hij was slechts zeventien dagen paus. Na 1226 bracht geen enkele paus de hele zomer in Rome door. Toch was het ongehoord dat de pausen in de veertiende eeuw zeventig jaar lang niet in Italië waren.
Benedictus XI (1303-4) vestigde zich in Perugia. In 1305 kozen de kardinalen Bertrand de Got, aartsbisschop van Bordeaux, tot zijn opvolger (Clemens V, 1305-14). Hoewel Clemens bij verschillende gelegenheden verklaarde dat hij van plan was naar Rome te reizen, is hij er tijdens zijn pontificaat van bijna negen jaar nooit in geslaagd Zuid-Frankrijk te verlaten. Daar waren verschillende redenen voor: Clement’s liefde voor zijn geboortestreek, Gascogne, en voor zijn landgenoten, aan wie hij veel mecenaat verleende; zijn nauwe betrekkingen met Filips de Schone van Frankrijk; zijn wens om te onderhandelen over een vrede tussen de koningen van Engeland en Frankrijk; zijn plan om een algemeen concilie te houden in Vienne, dat plaatsvond in 1311; zijn zwakke gezondheid; en de chaotische toestand van Noord- en Midden-Italië.